Menu
De Non van Singraven / Dinkelland / Mythes/Sagen

De Non van Singraven

Voor enige tijd, in de zestiende eeuw, heeft het landgoed van Singraven gediend als klooster. In die tijd woonden daar nonnen in.

In die tijd leefde er een familie in de buurt die graag wou dat hun dochter het klooster in ging. Zoals een gehoorzame dochter doet, luisterde ze naar haar ouders en ging het klooster in. Helaas viel het haar niet mee in het klooster, de moeder overste was erg streng en de dagen waren lang en zwaar. Op een avond was ze het zo zat, ze ging er op uit en ging de kroeg in. Helaas kwam moeder overste er achter en haalde haar snel terug naar het klooster. Moeder overste was bang dat andere nonnen gingen volgen en vond dat de ongehoorzame non gestraft moest worden. De non werd veroordeeld in het bij zijn van de andere nonnen, zodat deze zich altijd zouden herinneren aan de regels van het klooster te houden.

De veroordeelde non zou levend achter een muur gemetseld worden. Het schijnt dat er dagen lang een vreselijk gekrijs en geschreeuw gehoord te zijn in het klooster. Na een aantal dagen werd het stil achter de muur, ze zou gestorven zijn aan gebrek van water en voedsel. Men zegt dat na de gruwelijke dood van de non er nooit meer rust is terug gekeerd op Singraven. Haar botten zouden nog steeds in de holle ruimte liggen en haar ziel zou nog regelmatig boven het water van de molen verschijnen.

Het schijnt dat alle de diverse eigenaars van het landgoed en hun familieleden jong gestorven zijn. Ook zou het zo zijn Hendrik Jan Roessingh Udink, één van de landgoedeigenaren, na de dood van zijn vrouw en hun doodgeboren dochtertje erg veel zou drinken. Na een avondmaal zou hij een sigaar op gestoken hebben en door het huis hebben gewandeld. Plotseling zou hij over een olielamp gestruikeld zou waarna hij in de brand vloog. Het personeel heeft hem onmiddellijk in dekens gerold en in de River de Dinkel gegooid. Helaas overleed de arme man twee dagen later aan de ernstige brandwonden. De laatste woorden van de man zouden zijn geweest; “de non was hier, de non was hier”.